In de voetsporen van de Boeddha, onze spirituele reis door India (deel 11 en laatste)

Onze 12 daagse spirituele reis door India:
‘In de voetsporen van de Boeddha’
eindigt met een tocht over de rivier de Ganges.

In het stroomgebied van de Ganges
heeft de Boeddha 45 jaar lang onderricht gegeven
aan iedereen die hem daarom vroeg. 

Wij varen een deel van de rivier
waar we India
in al zijn facetten in herkennen:
Kleurrijk
Dynamisch en
Extravert.

India en onze reis zal ik niet vergeten.

Een unieke, intense en overweldigende ervaring

die ik maar één keer in mijn leven
op deze manier
kan meemaken.

We zijn op bijzondere plekken geweest

hebben dingen meegemaakt
die we alleen konden zien
beleven
en ervaren door 

onze onvermoeibare gids Shambhu-ji
en onze kundige chauffeur.

En natuurlijk door het gezelschap
waar ik mee op reis was: Koen, Delson, Wut en Khin

Ik heb me heel de reis thuis
op mijn gemak
en heel welkom gevoeld
ook al ben ik
min of meer
de vreemde eend in de bijt.

Ik ben dankbaar, blij en eigenlijk
heb ik te weinig woorden
om te kunnen vertellen wat deze reis
voor mij heeft betekend.

Daarom
een van de leringen van de Boeddha die me zeer aanspreekt
de Alagaddupama sutta, MN I, 134-135
over het vlot.

De lering van de boeddha over het vlot
is van 2500 jaar geleden
waarin hij de boeddhistische leer beschouwt
als niet meer en niet minder
dan een vlot
om de rivier over te steken.

In het oude India
kwam het regelmatig voor dat rondtrekkende boeddhistische monniken
in de moessontijd
gezwollen rivieren moesten oversteken.
Dan improviseerden ze een vlot van takken en lianen.

Wel, zegt de Boeddha
mijn leer is niet meer dan een vlot om de rivier over te steken. 

Hoe dwaas is het om
aan de overkant gekomen
te denken: dit vlot heeft me goede diensten bewezen
ik neem het op mijn schouder
mee tijdens mijn verdere tocht.

Laat het achter.
Het is een noodzakelijk hulpmiddel
om de rivier over te steken
meer is het niet.

Het vlot heeft me in
en door India gebracht
het heeft me India het Boeddhisme laten zien
ervaren
en beleven.

Ik ga nu naar huis
en laat mijn vlot achter
wetende dat het me inzichten en helderheid heeft gegeven.

In de voetsporen van de Boeddha, onze spirituele reis door India ( deel 10 )

We zijn aan het laatste deel van onze reis begonnen
een lange dag reizen naar Varanasi.
Ook hier wacht een hoogtepunt van onze reis: Deerpark

De Boeddha reist
na zijn verlichting
naar Deerpark in Varanasi
waar hij zijn eerste en tweede leerrede geeft.

De vijf monniken
waar de Boeddha voor zijn verlichting mee gereisd heeft
ontmoet hij weer in Varanasi.
Zij worden ook verlicht
gaan de Boeddha volgen
en vormen de kern van de ‘Sangha’: de boeddhistische gemeenschap.
De zoon van de Boeddha treedt als nieuweling toe tot de Sangha
en de Boeddha stelt een nonnenorde in.

Vervolgens trekt de Boeddha 45 jaar lang
door het stroomgebied van de Ganges
en geeft onderricht aan iedereen die hem daarom vraagt.
Hij onderwijst zijn leer aan vorstenhoven
in de boerendorpen
aan mannen en vrouwen
aan kloosterlingen en aan leken.

Delson geeft dezelfde eerste 
en twee leerrede
op dezelfde plaatsen waar de Boeddha ze gaf.
Ik voel me verbonden met Koen, Delson, Wut en Khin
deze reis
mijn omgeving
en met India.

Shambhu-ji komt uit Varanasi
en heeft in het klooster gewoond
waar wij een aalmoes offerande mogen doen.
Shambhu-ji heeft voor het eten gezorgd.
Na afloop geven wij onze geschenken en giften.

De monniken danken ons
dat wij dit eten mogelijk hebben gemaakt
en zegenen het eten. 

Daarna delen wij het eten uit

eten de monniken

wordt alles opgeruimd.

Wij geven onze geschenken. 

en giften
waarin ook de jonge monniken delen.

Vervolgens verlaten de monniken de ruimte

en mogen wij eten.

In de voetsporen van de Boeddha, onze spirituele reis door India ( deel 8 )

We hebben een pittige reis voor de boeg
van Vaishali naar Bodhgaya
niet alleen wat kilometers
maar ook wat weg betreft.

We maken een stop in de historische stad Nalanda

waar ooit een groot boeddhistisch kloostercomplex was
met een beroemde universiteit: de Nalanda University.
De Boeddha heeft Nalanda verschillende keren bezocht
en er lezingen gegeven.

We krijgen een rondleiding over het indrukwekkend grote terrein.

We rijden door naar Vulture Peak
de tweede ‘heilige’ plaats 
waar Koen graag naar toe wil.

We gaan met de kabelbaan omhoog waar we

onder toezicht van een aantal apen

de afdaling maken naar het favoriete toevluchtsoord van de Boeddha: de Gierenpiek 

Het was de plaats waar de Boeddha veel tijd doorbracht met retraites, meditatie en het onderwijzen van zijn leringen. 

Het is de plek waar Koen graag wil mediteren.

Onderweg
zien we de grotten

waar de Boeddha mediteerde
en verbleef.

Richting het plateau van de Gierenpiek
hangen eindeloos veel gebedsvlaggen

en liggen er gestapelde stenen stoepaatjes.

Je voelt dat je op een heilige plek bent
een plaats waar veel mensen hun wensen
en verlangens hebben neergehangen of gelegd. 

Het is een warm welkom om daar te mogen zijn
en als vanzelf
voel ik een rust en acceptatie over me komen.

Ik snap waarom deze plek belangrijk is voor Koen.

Op de Gierenpiek
zijn er de fundamenten
van een kleine tempel die er in de oudheid is gebouwd.

De zon begint langzaam onder te gaan
de lucht kleurt rood
wanneer
Koen, Delson en Khin gaan mediteren.

Op onze weg terug
wordt het snel donker.
Koen, Delson en Khin zijn verbonden 
in wat ze boven op Vulture Peak hebben gedeeld.

In de voetsporen van de Boeddha, onze spirituele reis door India ( deel 6 )

Door de strakke planning van de reis
de lange reisdagen
is er niet altijd de mogelijkheid
voor een zoektocht naar ‘goede’ koffie.

Maar Koen zou Koen niet zijn
wanneer hij niet onmiddellijk
bij een gaatje in ons schema
op zoek gaat naar ‘goede’ koffie in de buurt.

Onze taxi man zag ons staan
stopte onmiddellijk
kieperde, ter plekke, zijn kratten uit zijn Tuk-Tuk
poetste het stof van de zittingen
keek met Koen mee op Google
en bracht ons naar onze derde ‘goede’ koffie
in anderhalve week tijd.

Koffie!

In de voetsporen van de Boeddha, onze spirituele reis door India ( deel 5 )

Vandaag zijn we te gast
bij de Buddha International Welfare Mission

met het grootste liggende standbeeld van de Boeddha in India.

Het beeld is 30 meter lang.

We zijn van harte welkom
en krijgen een rondleiding.

Dat iedereen zich veilig voelt bij de Boeddha

en dat iedereen er welkom is
is wel duidelijk :-).

Het is ook de International Buddhist Monk Trainings School.

En nonnetjes van 16 jaar
zijn net gewoon meisjes van 16 jaar

die op alle vlakken

nog veel te leren hebben.

In de voetsporen van de Boeddha, onze spirituele reis door India ( deel 4 )

Onze reis gaat naar Kushinagar.
Het wordt een dag vol rituelen en heilige plaatsen.

We zitten zo’n beetje om de dag in de bus en we reizen lang.
De wegen in India hebben niet overal dezelfde begaanbaarheid en we hebben ons tempo aangepast. Het reizen geeft een boeiend beeld van het leven in Noord-India en het laat een grote indruk bij mij achter. Ik word nederig van wat ik zie en ik besef dat mijn leven veel praktische luxe kent.

Het allerbelangrijkste dat ik hier leer is mijn wereld thuis niet te vergelijken met de wereld waar ik nu ben. Gedurende deze reis oefen ik om mijn gedachten ver weg te laten van wat ik als goed of verkeerd zou kunnen omschrijven, zowel van mijn wereld thuis als van de wereld waar ik nu ben. In India leer ik wat leven in het nu is en meegaan met de beweging. 

Onderweg is iedereen vriendelijk, er wordt goed voor ons gezorgd en iedereen is heel behulpzaam. Ik voel me, ondanks alle intensiteit en alle confrontaties met mijzelf en mijn omgeving, veilig, geborgen en vol vertrouwen. 

Het is prachtig om de verbondenheid tussen Koen, Delson, Wut en Khin te zien, vooral bij de rituelen op deze, voor hen, zo heilige plekken.

Kushinagara is de plaats waar de Boeddha overleed en het parinibbāna, de bevrijding van alle lijden en ellende, bereikte.
Bij het overlijden vallen de vijf aspecten van het menselijk bestaan weg: lichaam, gevoelens, perceptie, intenties en bewustzijn en pakt een Boeddha of Arahant geen nieuw leven op.

We bezoeken de Mahaparinirvana tempel en dragen witte omslagdoeken als teken van respect, hiermee geven aan dat we de acht voorschriften volgen:
1. Juiste manier van zien
– weten, wat goed en slecht is en de gevolgen snappen van wat we doen.
2. Juiste motief
– wat we doen, doen we met de juiste instelling en niet alleen maar om iets terug te krijgen  of aandacht te krijgen.
3. Juiste manier van praten
– met woorden anderen geen pijn doen.
4. Juiste manier van doen
– wanneer je iets doet, denk dan aan alle anderen en niet alleen aan jezelf.
5. Juiste manier van leven
– geen drugs nemen of verkopen, geen dieren doden, niet stelen.
6. Juiste inspanning
– je inspannen, een goed leven te leiden en niet alleen maar inspannen om te krijgen.
7. Juiste oplettendheid
– let op, dat we in gedachten en daden samen in harmonie op deze wereld leven.
8. Juiste concentratie
– mediteren en goeie dingen doen, zodat we verlichting kunnen vinden.

Na een rondte, links om, wordt ons meegenomen oranje kleed neergelegd over de Boeddha. Oranje staat symbool voor wijsheid en het is de kleur van het Boeddhisme. Oranje wordt ook gezien als de kleur van de verlichting, de rijzende zon en het geestelijk en spiritueel ontwaken. 

De Boeddha ligt op de plaats en in de positie waarin hij overleden is

liggend op zijn rechterzij in de rustpositie van de leeuw

met zijn ene voet op de andere geplaatst.

Koen, Delson, Wut en Khin mediteren en even later neem ik ook plaats.
Wanneer we buiten komen schijnt de zon.

We bezoeken de Rāmabhar Stupa, die staat op de plaats waar de Boeddha is gecremeerd.

We gaan onderweg naar de Hiranyavati rivier

waar de Boeddha zijn laatste wassing kreeg. 

De relieken van de Boeddha werden verdeeld onder acht verschillende koninkrijken en verspreidden zich over de rest van India. De acht porties raakten in de loop van de eeuwen verder onderverdeeld als giften van de ene vorst aan de andere, of van de ene boeddhistische gemeenschap aan de andere, zodat er veel meer dan acht plaatsen zijn waar relieken van Boeddha worden bewaard, meestal is dit dan een miniem botfragment.

In de voetsporen van de Boeddha, onze spirituele reis door India ( deel 3 )

Het is nog steeds koud, we zijn allemaal dik aangekleed in meerdere laagjes sokken, shirts en we hebben dikke sjaals over onze jassen. Ook in de bus is het koud. Ondanks de kou is het goed, gezellig en comfortabel met elkaar. 

Koen, Delson, Wut en Khin lijken elkaar al heel lang te kennen. Het bezoeken van de heilige plaatsen, het gezamenlijk mediteren en het praten over de Dhamma laat duidelijk, over de tijd heen, hun verbondenheid zien. Shambhu-ji, de chauffeur en zijn zoon en ik voegen ons er als vanzelf in.

We zijn onderweg naar Kapilavastu, het stond niet op het programma, maar Shambhu-ji heeft kunnen organiseren dat we naar de plaats gaan waar de Boeddha, als de prins Siddhartha Gautama, in het kasteel van zijn vader tot zijn 29e een beschermd leven had.

Na de geboorte, in Lumbini, gaat zijn moeder Maya samen met de kleine prins Siddhartha Gautama terug naar Kapilavastu.  

Zijn vader, de koning Shuddhodana, was erg blij met de geboorte van zijn zoon. Zoals in India gebruikelijk is, werd het lichaam van het net geboren kind uitvoerig bekeken. De waarzeggers en astrologen waren het met elkaar eens: het zou beslist een groot man worden, maar of hij een koning dan wel een asceet of wijsheidsleraar zou worden, dat was minder duidelijk. Zijn vader wilde dat hij een groot vorst werd en liet hem opgroeien in een weelderige omgeving in de hoop dat zijn zoon blijft en niet een spiritueel pad kiest.

Wanneer Siddhartha 29 jaar is, wil hij toch weten hoe het leven buiten de paleismuren eruitziet. Hij maakt rijtoeren naar parken buiten de stad. Onderweg ziet Siddhartha een zwakke, gebogen grijsaard, een ernstig zieke en een lijk dat naar de crematieplaats gebracht wordt. Hij is diep geschokt door de aanblik van dit lijden, zeker als zijn wagenmenner Channa zegt dat dit het lot is van ieder mens. 

Ontzet rijdt hij verder en ziet dan naast de weg een asceet. Hij wordt getroffen door de serene kalmte die deze man uitstraalt. Zo raakt hij ervan overtuigd dat er een pad is dat de mens van lijden kan bevrijden. Spoedig daarna besluit hij zijn prinselijk leven op te geven en dit pad te gaan zoeken.

PS
In het boeddhisme symboliseert de lotusbloem de goddelijke geboorte, zuiverheid en spirituele groei. 

In de voetsporen van de Boeddha, onze spirituele reis door India ( deel 2 )

Na een fikse reis arriveren we in ons hotel in Sravasti, de eerste heilige plaats die we bezoeken.
Het is koud.
Onderweg zien we mensen, dik aangekleed, rondom vuurtjes zitten.
Er heerst een koudegolf, wat voor India heel ongewoon is.
Gelukkig ben ik altijd voorbereid op -20 en hebben we genoeg dikke kleding bij ons.
De komende tijd zullen we daar zeker profijt van hebben.

In Sravasti bezoeken we het Jetavana-klooster, hier bracht de Boeddha 25 regentijden door en hij heeft er wonderen verricht. 
Een regentijd is de drie maanden van het regenseizoen waarin de monniken niet reizen, maar vasten en mediteren. Het aantal regentijden bepaalt, binnen het klooster, je senioriteit.

In Savrasti heeft de Boeddha veel gepreekt, o.a. over de onvermijdelijke dood, over vredig en kalm worden door meditatie en over welwillende, liefdevolle vriendelijkheid (mettā). Ook gaf hij de raad om bij angst, vrees of verslagenheid te denken aan zijn preken. 

We krijgen, van een van de monniken, een rondleiding 

langs de opgravingen van de diverse kloosters op het terrein.

Er wordt hard gewerkt
om de opgravingen schoon te maken, te conserveren en te herstellen.

Deze afbeelding heeft een leeg alt-atribuut; de bestandsnaam is img_9362.jpg

Een van de verhalen die de monnik ons vertelt, spreekt me erg aan. Het gaat over een jonge vrouw die haar dode kind naar de Boeddha bracht, en vroeg hem te helpen. Hij vertelde haar een mosterdzaadje te halen dat afkomstig was van een huis waar nog nooit iemand was gestorven. Zij zocht en zocht, maar kon géén huishouden vinden waar nog nooit iemand was gestorven. De realiteit over de dood begon geleidelijk aan bij de moeder door te dringen waardoor ze beter met haar verdriet om kon gaan.

We gaan ook langs bij de Ānanda Bodhiboom.  Deze boom is een stek van de oorspronkelijke Maha Bodhiboom te Bodh-Gayā. Hij is de oudste historische boom ter wereld.  Ānanda was een van de belangrijkste leerlingen van de Boeddha, zijn persoonlijk assistent en de beschermer van de Dhamma.

De Bodhiboom (‘de boom van de ontwaking’) wordt beschouwd als heilig en staat als symbool voor het bereiken van verlichting. Een blad van de Bodhiboom brengt geluk.

Na afloop van onze rondleiding gaan we zitten op de plaats waar de oorspronkelijk Dhamma hal was en waar de Boeddha zijn leringen hield.  Delson geeft een Dhamma Talk en we mediteren.
Ondanks de kou voel ik me warm, gekoesterd en volledig op mijn gemak.

Voor we het terrein verlaten heeft onze gids Sambhu-ji geregeld dat Koen en Wut Dana uit kunnen delen aan iedereen die werkt op het terrein.

Dana is een woord uit het Pali en betekent vrijgevigheid, vrijwillig geven of donatie. Vrijgevigheid wordt binnen het Boeddhisme gezien als een belangrijk aspect voor spirituele groei, gemoedsrust en transformatie.

In de voetsporen van de Boeddha, onze spirituele reis door India ( deel 1 )

Geheel onverwachts maakte ik deel uit van een reis naar het noorden van India; de Boeddha trail.
Koen had altijd de wens om de heilige plaatsen van de Boeddha, in het noorden van India, te bezoeken en sinds hij Delson, zijn leraar, kent werd die wens groter. Het was niet iets wat ik in gedachten had, dus was het voor mij logisch dat hij samen met Delson en zijn boeddhistische vriendinnen Wut en Khin zou gaan.

En toen?
Toen ik ging ik ook mee!

Mijn voorbereiding op deze reis was begonnen.
Lezen over de reis, over India, over Boeddhisme, de Boeddha. YouTube filmpjes kijken van Mumbai, Delhi en alle heilige plaatsen van onze reis. Zoeken waar ik rekening mee moest houden qua cultuur, wat we gingen bezoeken en de geschiedenis van het Boeddhisme in India.  Mijn voorbereiding was niet alleen mentaal en emotioneel maar ook fysiek en praktisch gericht.

Onze reis begon in Mumbai waar we midden in de nacht aankwamen vanuit de Hollandse kou. Niets had me voor kunnen bereiden op Mumbai; het geluid, het stof, de geuren, de smog, de warmte en de caleidoscoop aan mensen en cultuur.  De directheid en intensiteit waar het me mee overviel was shockerend en overdonderend.

Van tevoren had ik al de beslissing genomen om trouw te blijven aan mijzelf en geen herkenbare foto’s van mensen te maken of van de situaties die ik tegen zou komen. Deze reis ging om de heilige plaatsen van de Boeddha. Eenmaal in India was ik zo blij met deze beslissing! Het hielp me om te ordenen, niet alles te willen fotograferen en me vooral te focussen op wat met onze reis te maken had. Ik zou met al het overweldigende en indringende van mensen en situaties, mijn alles overheersende verwarring en de aanval op al mijn zintuigen nooit klaar zijn met fotograferen. Ik had nu al zo veel foto’s waar ik uit moest kiezen. 

En uiteraard zijn er altijd trappen te fotograferen 🙂
deze is in ons hotel in Mumbai.

Na 5 dagen Mumbai vlogen we naar Delhi waar onze reis begon. In Delhi sloten Wut en Khin aan evenals onze gids Shambhu-ji en onze chauffeur en zijn zoon. Uiteindelijk waren we met een gezelschap van 8 mensen. Met onze koffers op het dak van de bus kon onze reis beginnen.

Ook in Delhi vond ik mijn trap.

Op onze route 

 gingen we langs

bij Fort Agra

waar we door de smog
de Taj Mahal niet konden zien.

Bij ons bezoek aan de Taj Mahal werd deze in al haar glorie zichtbaar.

Onze reis ging verder naar Lucknow
waar we de nacht doorbrachten.

Eggie wordt in ere hersteld

Al heel erg lang hou ik van het kinderboek
‘Het fluwelen Konijn’
(of ’hoe speelgoed Echt wordt’) 
van Margery Williams

‘Wat is echt?’ Vroeg het konijntje op een dag, toen ze naast elkaar lagen, vlakbij de haard in de kinderkamer, voordat Nana zou komen opruimen. ‘Betekent het dat je van binnen iets hebt dat zoemt en van buiten een palletje?’ ‘Echt is niet hoe je gemaakt bent’, zei het leren paard. ‘Het is iets dat met je gebeurt, als een kind lang, heel lang van je houdt… dan word je echt’.

‘Doet dat pijn?’ vroeg het konijntje. ‘Soms wel’,  zei het leren paard, want hij sprak altijd de waarheid. ‘Als je echt bent, dan geef je er niets om dat het pijn heeft gedaan’. ‘Gebeurt het allemaal ineens, net als opgewonden worden?’, vroeg hij, ‘of stukje bij stukje?’ ‘Het gebeurt niet allemaal ineens’, zei het leren paard. ‘Je wordt het gewoon. Het duurt een hele tijd. Daarom gebeurt het niet vaak met dingen die gemakkelijk breken of scherpe randen hebben, of voorzichtig behandeld moeten worden’.

‘In het algemeen ben je tegen de tijd dat je echt wordt, meestal kaal geknuffeld, en je ogen zijn eruit gevallen en je poten bengelen erbij en je ziet er haveloos uit. Maar dat geeft allemaal niet, want als je eenmaal echt bent, ben je niet lelijk meer, behalve voor mensen die het niet begrijpen’.

Echt al heel lang.

Jaren geleden
heb ik zo’n klein fluwelen konijntje aangeschaft
en hem Eggie genoemd.

Eggie werd een vast onderdeel
van mijn foto-verhaaltjes.

Op iedere foto ‘moest’ Eggie.

De tekst was voor mij de inspiratie
voor andere foto-verhaaltjes
zoals die over wanneer je -ECHT OUD- bent
en je niet lelijk meer bent
behalve voor mensen die het niet begrijpen.

Uiteindelijk verdween Eggie in een laatje
totdat hij herkend werd
op foto’s voor de tentoonstelling.

Nu is Eggie weer terug
in een zoek Eggie foto-prentenboekje
en als memorie-spel.

Eggie beleeft weer zijn avonturen.

Er zijn van die plaatjes die extra aandacht krijgen :).

Zoals die in den Bosch
met mijn zus
in een winkel met tweedehands kleding.

Of
die in New York
met die vreemde ‘blauwe meneer’
van de Blue Man Group.

Uiteraard met Chesto

die in de selfie-stick

en Eggie die tussen de wal en het schip kwam
in Canada bij het walvis spotten.