In de voetsporen van de Boeddha, onze spirituele reis door India ( deel 8 )

We hebben een pittige reis voor de boeg
van Vaishali naar Bodhgaya
niet alleen wat kilometers
maar ook wat weg betreft.

We maken een stop in de historische stad Nalanda

waar ooit een groot boeddhistisch kloostercomplex was
met een beroemde universiteit: de Nalanda University.
De Boeddha heeft Nalanda verschillende keren bezocht
en er lezingen gegeven.

We krijgen een rondleiding over het indrukwekkend grote terrein.

We rijden door naar Vulture Peak
de tweede ‘heilige’ plaats 
waar Koen graag naar toe wil.

We gaan met de kabelbaan omhoog waar we

onder toezicht van een aantal apen

de afdaling maken naar het favoriete toevluchtsoord van de Boeddha: de Gierenpiek 

Het was de plaats waar de Boeddha veel tijd doorbracht met retraites, meditatie en het onderwijzen van zijn leringen. 

Het is de plek waar Koen graag wil mediteren.

Onderweg
zien we de grotten

waar de Boeddha mediteerde
en verbleef.

Richting het plateau van de Gierenpiek
hangen eindeloos veel gebedsvlaggen

en liggen er gestapelde stenen stoepaatjes.

Je voelt dat je op een heilige plek bent
een plaats waar veel mensen hun wensen
en verlangens hebben neergehangen of gelegd. 

Het is een warm welkom om daar te mogen zijn
en als vanzelf
voel ik een rust en acceptatie over me komen.

Ik snap waarom deze plek belangrijk is voor Koen.

Op de Gierenpiek
zijn er de fundamenten
van een kleine tempel die er in de oudheid is gebouwd.

De zon begint langzaam onder te gaan
de lucht kleurt rood
wanneer
Koen, Delson en Khin gaan mediteren.

Op onze weg terug
wordt het snel donker.
Koen, Delson en Khin zijn verbonden 
in wat ze boven op Vulture Peak hebben gedeeld.

In de voetsporen van de Boeddha, onze spirituele reis door India ( deel 3 )

Het is nog steeds koud, we zijn allemaal dik aangekleed in meerdere laagjes sokken, shirts en we hebben dikke sjaals over onze jassen. Ook in de bus is het koud. Ondanks de kou is het goed, gezellig en comfortabel met elkaar. 

Koen, Delson, Wut en Khin lijken elkaar al heel lang te kennen. Het bezoeken van de heilige plaatsen, het gezamenlijk mediteren en het praten over de Dhamma laat duidelijk, over de tijd heen, hun verbondenheid zien. Shambhu-ji, de chauffeur en zijn zoon en ik voegen ons er als vanzelf in.

We zijn onderweg naar Kapilavastu, het stond niet op het programma, maar Shambhu-ji heeft kunnen organiseren dat we naar de plaats gaan waar de Boeddha, als de prins Siddhartha Gautama, in het kasteel van zijn vader tot zijn 29e een beschermd leven had.

Na de geboorte, in Lumbini, gaat zijn moeder Maya samen met de kleine prins Siddhartha Gautama terug naar Kapilavastu.  

Zijn vader, de koning Shuddhodana, was erg blij met de geboorte van zijn zoon. Zoals in India gebruikelijk is, werd het lichaam van het net geboren kind uitvoerig bekeken. De waarzeggers en astrologen waren het met elkaar eens: het zou beslist een groot man worden, maar of hij een koning dan wel een asceet of wijsheidsleraar zou worden, dat was minder duidelijk. Zijn vader wilde dat hij een groot vorst werd en liet hem opgroeien in een weelderige omgeving in de hoop dat zijn zoon blijft en niet een spiritueel pad kiest.

Wanneer Siddhartha 29 jaar is, wil hij toch weten hoe het leven buiten de paleismuren eruitziet. Hij maakt rijtoeren naar parken buiten de stad. Onderweg ziet Siddhartha een zwakke, gebogen grijsaard, een ernstig zieke en een lijk dat naar de crematieplaats gebracht wordt. Hij is diep geschokt door de aanblik van dit lijden, zeker als zijn wagenmenner Channa zegt dat dit het lot is van ieder mens. 

Ontzet rijdt hij verder en ziet dan naast de weg een asceet. Hij wordt getroffen door de serene kalmte die deze man uitstraalt. Zo raakt hij ervan overtuigd dat er een pad is dat de mens van lijden kan bevrijden. Spoedig daarna besluit hij zijn prinselijk leven op te geven en dit pad te gaan zoeken.

PS
In het boeddhisme symboliseert de lotusbloem de goddelijke geboorte, zuiverheid en spirituele groei. 

In de voetsporen van de Boeddha, onze spirituele reis door India ( deel 2 )

Na een fikse reis arriveren we in ons hotel in Sravasti, de eerste heilige plaats die we bezoeken.
Het is koud.
Onderweg zien we mensen, dik aangekleed, rondom vuurtjes zitten.
Er heerst een koudegolf, wat voor India heel ongewoon is.
Gelukkig ben ik altijd voorbereid op -20 en hebben we genoeg dikke kleding bij ons.
De komende tijd zullen we daar zeker profijt van hebben.

In Sravasti bezoeken we het Jetavana-klooster, hier bracht de Boeddha 25 regentijden door en hij heeft er wonderen verricht. 
Een regentijd is de drie maanden van het regenseizoen waarin de monniken niet reizen, maar vasten en mediteren. Het aantal regentijden bepaalt, binnen het klooster, je senioriteit.

In Savrasti heeft de Boeddha veel gepreekt, o.a. over de onvermijdelijke dood, over vredig en kalm worden door meditatie en over welwillende, liefdevolle vriendelijkheid (mettā). Ook gaf hij de raad om bij angst, vrees of verslagenheid te denken aan zijn preken. 

We krijgen, van een van de monniken, een rondleiding 

langs de opgravingen van de diverse kloosters op het terrein.

Er wordt hard gewerkt
om de opgravingen schoon te maken, te conserveren en te herstellen.

Deze afbeelding heeft een leeg alt-atribuut; de bestandsnaam is img_9362.jpg

Een van de verhalen die de monnik ons vertelt, spreekt me erg aan. Het gaat over een jonge vrouw die haar dode kind naar de Boeddha bracht, en vroeg hem te helpen. Hij vertelde haar een mosterdzaadje te halen dat afkomstig was van een huis waar nog nooit iemand was gestorven. Zij zocht en zocht, maar kon géén huishouden vinden waar nog nooit iemand was gestorven. De realiteit over de dood begon geleidelijk aan bij de moeder door te dringen waardoor ze beter met haar verdriet om kon gaan.

We gaan ook langs bij de Ānanda Bodhiboom.  Deze boom is een stek van de oorspronkelijke Maha Bodhiboom te Bodh-Gayā. Hij is de oudste historische boom ter wereld.  Ānanda was een van de belangrijkste leerlingen van de Boeddha, zijn persoonlijk assistent en de beschermer van de Dhamma.

De Bodhiboom (‘de boom van de ontwaking’) wordt beschouwd als heilig en staat als symbool voor het bereiken van verlichting. Een blad van de Bodhiboom brengt geluk.

Na afloop van onze rondleiding gaan we zitten op de plaats waar de oorspronkelijk Dhamma hal was en waar de Boeddha zijn leringen hield.  Delson geeft een Dhamma Talk en we mediteren.
Ondanks de kou voel ik me warm, gekoesterd en volledig op mijn gemak.

Voor we het terrein verlaten heeft onze gids Sambhu-ji geregeld dat Koen en Wut Dana uit kunnen delen aan iedereen die werkt op het terrein.

Dana is een woord uit het Pali en betekent vrijgevigheid, vrijwillig geven of donatie. Vrijgevigheid wordt binnen het Boeddhisme gezien als een belangrijk aspect voor spirituele groei, gemoedsrust en transformatie.