In de voetsporen van de Boeddha, onze spirituele reis door India ( deel 2 )

Na een fikse reis arriveren we in ons hotel in Sravasti, de eerste heilige plaats die we bezoeken.
Het is koud.
Onderweg zien we mensen, dik aangekleed, rondom vuurtjes zitten.
Er heerst een koudegolf, wat voor India heel ongewoon is.
Gelukkig ben ik altijd voorbereid op -20 en hebben we genoeg dikke kleding bij ons.
De komende tijd zullen we daar zeker profijt van hebben.

In Sravasti bezoeken we het Jetavana-klooster, hier bracht de Boeddha 25 regentijden door en hij heeft er wonderen verricht. 
Een regentijd is de drie maanden van het regenseizoen waarin de monniken niet reizen, maar vasten en mediteren. Het aantal regentijden bepaalt, binnen het klooster, je senioriteit.

In Savrasti heeft de Boeddha veel gepreekt, o.a. over de onvermijdelijke dood, over vredig en kalm worden door meditatie en over welwillende, liefdevolle vriendelijkheid (mettā). Ook gaf hij de raad om bij angst, vrees of verslagenheid te denken aan zijn preken. 

We krijgen, van een van de monniken, een rondleiding 

langs de opgravingen van de diverse kloosters op het terrein.

Er wordt hard gewerkt
om de opgravingen schoon te maken, te conserveren en te herstellen.

Deze afbeelding heeft een leeg alt-atribuut; de bestandsnaam is img_9362.jpg

Een van de verhalen die de monnik ons vertelt, spreekt me erg aan. Het gaat over een jonge vrouw die haar dode kind naar de Boeddha bracht, en vroeg hem te helpen. Hij vertelde haar een mosterdzaadje te halen dat afkomstig was van een huis waar nog nooit iemand was gestorven. Zij zocht en zocht, maar kon géén huishouden vinden waar nog nooit iemand was gestorven. De realiteit over de dood begon geleidelijk aan bij de moeder door te dringen waardoor ze beter met haar verdriet om kon gaan.

We gaan ook langs bij de Ānanda Bodhiboom.  Deze boom is een stek van de oorspronkelijke Maha Bodhiboom te Bodh-Gayā. Hij is de oudste historische boom ter wereld.  Ānanda was een van de belangrijkste leerlingen van de Boeddha, zijn persoonlijk assistent en de beschermer van de Dhamma.

De Bodhiboom (‘de boom van de ontwaking’) wordt beschouwd als heilig en staat als symbool voor het bereiken van verlichting. Een blad van de Bodhiboom brengt geluk.

Na afloop van onze rondleiding gaan we zitten op de plaats waar de oorspronkelijk Dhamma hal was en waar de Boeddha zijn leringen hield.  Delson geeft een Dhamma Talk en we mediteren.
Ondanks de kou voel ik me warm, gekoesterd en volledig op mijn gemak.

Voor we het terrein verlaten heeft onze gids Sambhu-ji geregeld dat Koen en Wut Dana uit kunnen delen aan iedereen die werkt op het terrein.

Dana is een woord uit het Pali en betekent vrijgevigheid, vrijwillig geven of donatie. Vrijgevigheid wordt binnen het Boeddhisme gezien als een belangrijk aspect voor spirituele groei, gemoedsrust en transformatie.

Dit keer ging onze reis door een zuidwestelijker deel van Amerika.

We zijn al door aardig wat staten
van Amerika geweest
we voegen er 5 aan toe
in deze trip door een stukje
zuiderwestelijker deel van Amerika.

We begonnen in St. Louis
met uiteraard
onze onvermijdelijke zoektocht
naar koffie en verse sapjes
die ons op de vreemdste plekken brengen.

We hadden veel regen
kou
zelfs nachtvorst
met hier en daar een zonnetje.

We zijn door 5 staten geweest
drie rivieren overgestoken
en diverse bijzondere plaatsen gezien
om uiteindelijke
bij het mediatiecentrum DhammaSukha
aan te komen
voor de conferentie
waar ook Koen zou spreken
namens de Stichting Suttavāda.

Na de conferentie
bleef Koen
voor een 10 daagse stilteretraite
en vloog ik naar huis.

Na St. Louis reden we
in de stromende regen naar Nashville
waar het bleef regenen.

Ons eerste zonnetje
was pas in de Smokey Mountains.

waar we een prachtige zonsopgang
te zien kregen.

De volgende stop
was Walnut Hill Farm

waarin de eenvoud
van ons verblijf
centraal stond

het weer een mengeling
van kou, regen en een klein zonnetje

in een prachtige omgeving
met bomen vol van het voorjaar.

Wanneer de zon er was
konden we onze omgeving
bezoeken.

Ons volgende plekje
is een TinyHouse
hoog in de bergen bij Chattanooga

Een plaats naar ons hart
met goed eten, koffie en sapjes.

Na en flinke rit

arriveren we

in Dhammasukha

voor de conferentie.
Na vier dagen vloog ik
terug naar huis 
en bleef Koen voor zijn
10 daagse stilteretraite.

Uiteraard moesten er
cadeautjes voor de kleintjes
meegenomen worden

want wanneer je in Nashville 
bent geweest
het centrum van de country
kan je niet naar huis
zonder de echte cowboy boots.

Op tempeltocht in Bagan met een wel heel bijzonder afsluitend bezoek

Zoals iedere ochtend
de afgelopen dagen
rijden we op 
onze elektrische fiets
drinken we koffie

bij Date.

Vandaag is het de dag
dat de nonnen
hun ronde maken
overal staan bowlen
met rijst.

We gaan op pad

om nog minstens

50 

van de 3000

tempels van Bagan

te bezoeken.

Gelukkig staan ze 
redelijk
dicht bij elkaar.

De mooiste
en belangrijkste
tempel

is de Ananda tempel
met 4 prachtige 
beelden van boeddha.

Een klein stukje
verderop zit het
vegetarisch
restaurant
Moon

waar we lunchen.

Ons laatste bezoek
is aan 
abt Thatbyinnyu Sayadaw.

De familie van W.
al heel lang
verbonden met het klooster.

De abt is 87 jaar
en na diverse
hersenbloedingen
een fragiele
en kwetsbare man
die ons met heldere
en scherpe ogen
aankijkt.

Om K. en W.
waardig te 
kunnen begroeten
wil hij naar
zijn rolstoel
worden gedragen.

Het is duidelijk
dat hij en W.  
een band hebben
die al lang meegaat

W. vertaalt
de woorden
die de monnik
tegen K. spreekt.

Zijn ogen stralen
wanneer hij K.
vertelt dat hij K.
vanaf binnenkomst
herkent.

De herkenning is
wederzijds.
K. zijn ogen
stralen ook.

Na onze donaties
wordt ons
iets te eten
aangeboden.

Wanneer we 
vertrekken 
straalt hij 
vanuit zijn rolstoel
liefdevolle vriendelijkheid uit
wenst ons een goede
gezondheid
en een vreedzame geest.

Op kloostertocht ( ဘုန်းကြီးကျောင်းခရီး ) in Yangon, Myanmar

Vandaag gaan we

op kloostertocht.

Na een kleine 
rondleiding
is het 11.00 uur

zien we dat de 
jonge monniken

terugkomen
van hun dagelijkse ronde

met het voedsel
dat ze ontvangen hebben.

Ze gaan eten.

We steken de straat over

naar het klooster

van de jonge 

nonnetjes.

Ook daar
is het etenstijd

in tegenstelling
tot de jonge monniken

gaan de nonnetjes
twee per week
op pad 

en krijgen eten

dat ze zelf
moeten bereiden.

We vertrekken
en

via de straat

achter de kloosters

lopen we

naar  

een klooster

in aanbouw.

Het is wachten

op geld 
van donateurs
die ieder
een nis krijgen
met een boeddha.

We begrijpen
dat het nog wel
100 jaar kan duren
voordat alles klaar is,

Onze dag eindigt
in het museum